Dat Italië een populair vakantieland is bewijzen wij iedere zomer weer. Talloze Nederlanders pakken hun auto of het vliegtuig om af te reizen naar de geliefde laars en dat is natuurlijk niet voor niets. Italië heeft een heerlijk klimaat, legendarische steden, prachtige stranden, meren en een gastvrije bevolking en zeker niet onbelangrijk… genieten van de lekkerste gerechten uit de Italiaanse keuken! In deze blog vertel ik je meer over de Italiaanse eetgewoonten en deel ik een heerlijk authentiek recept met jou. Lees snel verder!
Over de Italiaanse keuken
De Italiaanse keuken is gebaseerd op de Romeinse en Griekse kooktradities. Toen de Germanen Italië binnen vielen, werden er smaken uit de Germaanse keuken aan de Italiaanse gerechten toegevoegd. Marco Polo bracht specerijen mee die hij tijdens zijn reizen naar het Verre Oosten was tegen gekomen, ook die smaken zijn verweven in de recepten. Een heel bekend product dat veel invloed heeft gehad op de Italiaanse keuken zijn olijven, de Italiaanse ‘extra vergine’ olijfolie is één van de lekkerste ter wereld. Kortom: de Italiaanse keuken is een ontzettend diverse keuken met ingrediënten uit verschillende landen. Maar wat eten ze eigenlijk precies? En dan bedoelen we niet de typisch Italiaanse gerechten als pizza en pasta.
Wanneer eten Italianen en wat eten ze?
Colazione oftewel: het ontbijt. Vaak ontbijten Italianen in een bar, snel voordat ze aan het werk gaan. Ze drinken dan een caffé of een sterke espresso en eten een brioche. Dit is de Italiaanse variant van de Franse croissant maar dan gevuld met heerlijk bakkersroom, nutella, jam of op Sicilië zelfs met ijs. De Italianen houden van een zoet ontbijt, ook de mensen die thuis ontbijten doen dat met een caffé, een zoet broodje of een paar koekjes.
Pranzo: de Italiaanse lunch. De lunch is de belangrijkste maaltijd in Italië en dat is dan ook vaak een erg uitgebreid eetfestijn. De tafel wordt eerst volgezet met antipasti, dat letterlijk “vóór de maaltijd” betekent en deze antipasti bestaan uit verschillende koude hapjes om de honger op te wekken. De gezellig gevulde tafel zorgt direct voor sfeer.
Na de antipasti volgt de eerste gang, de primi piatti, dit is vaak een pastagerecht. Ze nemen heerlijk de tijd voor een lange lunch want pas dan komt het hoofdgerecht waarbij vlees of vis de hoofdrol speelt, het bijgerecht bestaat meestal uit groenten. Natuurlijk is er altijd nog ruimte voor een toetje zoals bijvoorbeeld fruit, ijs en natuurlijk caffé!
Cena: het avondeten. Tussen 19:00 en 21:30 schuiven alle gezinsleden aan tafel en wordt de dag met elkaar besproken. Omdat Italianen uitgebreid lunchen bestaat de avondmaaltijd meestal uit soep, salade, groenten, kaas en fruit.
Italiaanse specialiteiten
Italiaanse specialiteiten bestaan eigenlijk niet, wel zijn er heel veel regionale specialiteiten. In de regio Lombardije geniet je van de bekende gerechten gnocchi en polenta. Pesto en focaccia eet je het lekkerst in Ligurië. Op Sicilië moet je de arancini proberen. Deze balletjes – of eigenlijk is het meer een kegelvorm – zijn gefrituurde risottoballetjes, die gevuld kunnen zijn met mozzarella, doperwtjes, verschillende soorten vlees en/of Parmezaanse kaas. Heerlijk!
Wil jij deze nu zelf maken? Hieronder vind je het recept!
Voor 6 tot 8 personen heb je nodig:
– 80 gram boter
– 1 ui, fijn gesneden
– 150 gram ham, fijn gesneden
– 100 gram gehakt
– zout en peper
– 175 ml witte wijn
– 500 gram gekookte risotto *
– 5 eetlepels bloem
– 1 ei, losgeklopt
– eetlepels paneermeel
– zonnebloemolie
* de bereidingswijze voor risotto vind je hier, maak deze eerst en laat afkoelen
De vleessaus bereiden
Smelt de boter in een grote koekenpan en fruit de gesnipperde ui tot deze zacht is. Voeg de ham en het gehakt toe. Bestrooi met zout en peper en voeg de wijn toe. Warm het mengsel op hoog vuur op tot de wijn is ingekookt, voeg eventueel een beetje bloem toe om het te binden.
Arancini maken
Vorm met twee lepels balletjes van de risotto. Maak een opening in het midden, doe daar een eetlepel vleessaus in en druk het balletje weer dicht, zodat de vulling in het midden zit. Doe de bloem, het losgeklopte ei en het paneermeel in drie diepe borden. Verhit de olie in een grote braadpan. Doop elk risottoballetje eerst in de bloem, dan in het ei en vervolgens in het paneermeel en frituur ze in porties goudbruin en gaar.
Laat ze uitlekken en een klein beetje afkoelen op keukenpapier en serveer ze als ze nog lekker warm zijn. Buon appetito!