Tijdens je vakantie in Denemarken is het handig als je een beetje uit de voeten kunt met de taal. Aangezien Deens toch best een lastige taal is. Beeld jezelf even deze situatie in: je bent eindelijk in Denemarken aangekomen na een lange autorit en opeens stopt de auto ermee. Wat doe je dan? Iedereen om je heen spreekt een vreemde taal, hoe zorg je dat er iemand naar de auto komt kijken? Na het lezen van deze blog kan jij jezelf redden in Denemarken. Goed lezen én niet het minst belangrijke: oefenen en onthouden!
1. Uitspraak
Van tevoren is het handig om te weten is dat een aantal klinkers in het Deense alfabet anders uitgesproken worden dan in het Nederlandse alfabet:
Wordt uitgesproken… | |
a | Zoals de a in klas of e in bed |
i | Zoals de i in vier |
u | Zoals de oe in hoed |
æ | Zoals de e in zet |
å | Zoals de o in bord |
2. Begroeting
Hej! Laten we makkelijk beginnen. Dat doen we met begroetingen zoals hallo, goedemorgen, welterusten en tot ziens. Deze woorden komen natuurlijk altijd van pas om mensen te begroeten die je tegenkomt rondom uw vakantiehuis of in een van de plaatsen die je bezoekt.
Hallo | Hej |
Goedemorgen | Godmorgen |
Goedendag | God dag |
Welterusten | Godnat |
Tot ziens | Vi ses |
Heb je deze woordjes een beetje onder de knie? Dan gaan we een stapje verder.
3. Jezelf voorstellen
Wat ook leuk is om te weten en niet zo heel lastig is, is jezelf voorstellen. Het is altijd netjes om jezelf te kunnen voorstellen als iemand zich ook aan jou voorstelt en hoe leuk is het dan als je dit ook in het Deens kunt. Want wie weet kom je wel een enorm knappe Deen tegen die je niet wil laten lopen.
Ik heet … | Jeg hedder |
Ik kom uit Nederland | Jeg er fra Holland |
Ik ben … jaar oud | Jeg er … år gammel |
Dit moet ook wel lukken toch? Kan je het ook al combineren met een begroeting? Godmorgen, jeg hedder … jeg er fra Holland. Zo heb je al een makkelijk zinnetje onder de knie, oefenen maar.
4. Andere belangrijke woorden
Het is natuurlijk ook fijn om te weten hoe je ‘ja’, ‘nee’ en ‘bedankt’ zegt. Dat zijn basiswoordjes die altijd van pas komen.
Ja | Ja |
Nee | Nej |
Misschien | Måske |
Bedankt | Tak |
Sorry | Undskyld |
5. Handige vragen
Laten we nu wat vragen oefenen die je sowieso gaat gebruiken tijdens de vakantie in Denemarken. Al gebruik je ze toch niet… Het is altijd handig om te weten! Als we even verder gaan met de autopech in Denemarken kunnen een aantal vragen je zeker helpen om verder op weg te komen.
Hoe gaat het met jou? | Hvordan går det? |
Waar is de supermarkt? | Hvor er supermarkedet? |
Hoeveel kost dat? | Hvor meget koster det? |
Mag ik de bon? | Kan jeg få regningen? |
Hoe kom ik in het centrum? | Hvordan kommer jeg til centrum? |
Waar is het treinstation? | Hvor er togstationen? |
Waar is de benzinepomp? | Hvor er tankstationen? |
Kunt u mij helpen? | Kan du hjælpe mig? |
Ik heb autopech | Jeg har problemer med bilen |
Waar is de autogarage? | Hvor er der et autoværksted? |
Ik hou van jou | Jeg elsker dig |
Heb je na het lezen van deze blog al een beetje geoefend? Het is misschien even lastig maar je kunt jezelf nu voorstellen en met de basis zinnetjes en woordjes verstaanbaar maken. Om even terug te komen op de situatie die in het begin benoemd werd: wat moet je doen als je auto er na de lange rit mee stopt? Hoe spreek je mensen aan? Hej, kan du hjælpe mig? Jeg har problemer med bilen. Dan zeg je dus eigenlijk: Hallo, kunt u mij helpen? Ik heb autopech. Dan moeten er wel wat Denen zijn die jou een handje willen helpen 😊. Succes!