Spanje, Frankrijk en Italië had ik allemaal al gehad, maar Portugal bleef heel lang maar op mijn lijstje staan. Tot deze zomer! In juli was het eindelijk tijd voor een citytrip naar Lissabon. De stad met de gele tram en de lookalike van de Golden Gate Bridge, tenminste dat is wat ik in mijn hoofd had. Na een aantal dagen in de stad te hebben doorgebracht kan ik zeggen dat Lissabon nog veel meer is. Hieronder lees je mijn tips.
1. Een middagje strand
Dat Lissabon aan de rivier ligt wist ik wel, maar dat er aan de rivier ook echt strandjes te vinden zijn wist ik niet. Na een paar dagen lopen vond ik het zelf heel fijn om even een middag in de zon te liggen en helemaal niks te doen. De meeste locals liggen alleen maar te bakken op het strand en gaan de rivier niet in, maar als je echt afkoeling nodig hebt kan dit natuurlijk wel gewoon.
2. Tram 28 net even anders
Je kan net zoals alle toeristen tram 28 nemen en uitstappen bij Castelo de São Jorge. Hier heb je natuurlijk een prachtig uitzicht over de stad. Toch is het ook zeker de moeite waard om in de tram te blijven zitten. Wij bleven voor in de tram staan, waardoor je precies ziet waar je naartoe gaat. Kleine, smalle straatjes met overal mozaïek steentjes en prachtige uitzichten over de stad. Je kijkt je ogen uit.
3. Heel veel zoetigheid
Lissabon is de perfecte stad voor food liefhebbers. Langs de rivier vind je allemaal foodtrucks, maar ook in het centrum van de stad is genoeg lekkers te vinden. Als je in Lissabon bent moét je de ‘Pasteis de Belém’ geproefd hebben, maar ook ‘Salama de Chocolate’ is zeker aan te raden. Loop gewoon een lokaal bakkertje binnen en er is meer dan genoeg zoetigheid om uit te kiezen.
4. Gedachteloos ronddwalen en foto’s maken, heel veel foto’s
De gele trammetjes brengen je overal waar je maar wilt zijn, maar het is veel leuker om gewoon te lopen. Ja, het is veel bergop lopen, maar hier krijg je ook veel voor terug. In alle straatjes die je tegenkomt vind je kleine, gekleurde mozaïek tegeltjes op de huizen. Ook zie je overal muurschilderingen die de zijkant van een huis versieren. Dit zijn natuurlijk heel erg fotogenieke plekjes, perfect om wat jaloersmakende foto’s te maken.
5. ‘Verse’ sardientjes
Mijn moeder vertelde me dat je overal in Portugal de heerlijkste, verse sardientjes kan eten. Viel dat nou even tegen. In de zomer zijn de sardientjes blijkbaar te klein om te eten, waardoor ze dan de voorraad van de winter opeten. Hier smaken ze niet minder lekker van en ze zijn dan ook overal in Lissabon te krijgen. Het is wel echt iets van Portugal, dus je kan het eigenlijk niet overslaan.